Nu volgt een aantal uitspraken waarvan U steeds kunt aangeven of U het er sterk mee eens bent, mee eens bent, het ermee oneens bent of het er sterk mee oneens bent. Alleen als U het beslist noch eens / noch oneens bent met de uitspraak, moet U het middelste hokje aanwijzen. Alleen als U beslist...
Ik noem U twee groepen waarvan wel eens wordt gezegd dat ze tegenover elkaar staan. Kunt U zeggen of deze tegenstelling in ons land zeer groot, groot, niet zo groot, of klein is of dat er helemaal geen tegenstelling is?
Ik zou graag eerst enkele gegevens van u willen noteren! Deze blijven, evenals uw antwoorden op de andere vragen die ik zal stellen, strikt geheim.Ondervraagde is:
Hoeveel uur werkt U per week? (Enq.: Niet alleen in beroepsverband, ook voor huisvrouwen en studenten).
Bent u werkzaam in overheidsdienst, of ergens anders in loondienst, of als meewerkend gezinslid, of als zelfstandige? Of hebt U geen beroep (huisvrouw, gepensioneerd, student, scholier, werkloos)?
Tot welke van de volgende groepen rekent U zich? Geeft U Uw antwoord maar aan de hand van deze kaart 1. Noemt U de letter maar die ervoor staat.
Heeft U vroeger een beroep uitgeoefend? (Zo ja:) Was dit als laatste in overheidsdienst, of ergens anders in loondienst, of als meewerkend gezinslid of als zelfstandige?
a Wat is / was het soort bedrijf waar U werkt(e)? b. Wat is / was daar Uw funktie? c. Hoeveel mensen werken / werkten daar onder Uw leiding?
Hoe vaak bent u in de afgelopen week bij kennisen of familie geweest? (Enq.: We bedoelen de afgelopen 7 dagen voorafgaand aan dit gesprek.)
Waren hieronder ook bezoeken aan naaste buren? (Enq.: Buren in de omgeving, niet alleen in aangrenzend huis.)