Ben u of is iemand anders in uw gezin op dit moment tien gulden lid van een omroeporganisatie? Zo ja, van welke omroeporganisaties? (Enq.: Meerdere antwoorden mogelijk!)
Hierna volgt een aantal vragen over maatregelen die de overheid zou kunnen nemen. Wilt u aangeven of u het met deze maatregelen sterk eens bent, het ermee eens bent, het ermee oneens bent, of het ermee sterk oneens bent?De overheid moet: het mogelijk maken dat ouders van jonge kinderen tijdelijk...
Nu volgt nog een aantal vragen over het onderwijs. Hieronder komen steeds twee uitspraken naast elkaar voor. Het is de bedoeling dat u eerst beide uitspraken leest en daarna bepaalt met welk van beide uitspraken u het het meest eens bent. Als u uw keuze bepaald heeft, streept u één van de drie...
Er zouden kortere schoolvakanties en minder vrije dagen voor schoolkinderen moeten zijn, zodat er meer tijd aan het onderwijs kan worden besteed
Op deze kaart staat een aantal uitspraken met betrekking tot het geloof. Wilt U mij zeggen welke van deze uitspraken het meest overeenkomt met Uw opvattingen? Noemt U de letter maar die ervoor staat.
Nu volgt een aantal ontwikkelingen die in de komende 15 jaar in Nederland plaats kunnen vinden. Wilt U voor elke bewering aangeven in hoeverre U het daarmee eens of oneens bent?
Zoals U weet zijn er veel buitenlanders in Nederland. Denkt U dat zij hun eigen zeden en gewoonten zullen behouden of dat zij zich zullen aanpassen aan de Nederlandse samenleving?
Er zijn verschillende manieren waarop mensen hun verontwaardiging of afkeuring over beslissingen en maatregelen, bijvoorbeeld van de regering, kunnen uiten. Ik zal er een paar noemen. Wilt u aangeven of u ze goedkeurt of niet?
Met welke zin op kaart 3 bent U het eens als U in de gelegenheid zou worden gesteld korter te gaan werken? Noemt U de letter maar die ervoor staat
Hoeveel procent netto inkomen zou u willen opofferen indien u een half uur per dag ofwel 2 1/2 uur per week korter gaat werken?
Met welke zin op kaart 4 bent U het eens als U in de gelegenheid zou worden gesteld een week langer vakantie te nemen - dus ook een week minder te werken? Noemt U de letter maar die ervoor staat.
Hoeveel procent netto inkomen zou U willen opofferen indien U een week langer vakantie zou kunnen nemen?
Op kaart 5 staan 2 beweringen met 5 hokjes ertussen. Wilt U eerst de beide beweringen lezen en dan aangeven met welke van die twee beweringen U het meer eens bent? Hoe meer U het eens bent met de linker bewering hoe dichter U het hokje aanwijst bij die linker bewering. Hoe meer U het eens bent...
Als U Uw werk vergelijkt met wat U in Uw vrije tijd doet, wat geeft U dan meer voldoening? Uw Werk? Uw vrije tijd? Of beide ongeveer evenveel? Veel meer of iets meer?