Ik ga U nu een aantal beroepsgroepen opnoemen. Wilt U mij voor elke beroepsgroep die ik opnoem zeggen of U vindt dat zij wel of niet zoouden mogen staken?
Er wordt vaak gesproken over het schaars worden en tenslotte op raken van aardolie en aardgas, dus ook van motorbrandstof en brandstof voor huisverwarming. Hoe ziet U dat? Zal dat op korte termijn gebeuren of zal het Uw tijd wel duren of nog wel langer?
Verwacht U dat op de duur windmolens een belangrijk aandeel in de energievoorzieninge zullen hebben?
Wat wilt U: meer kerncentrales in Nederland, alleen de bestaande kerncentrales handhaven of de bestaande kerncentrales sluiten?
Hier nog even op doorbordurend: Ik noem U twee groepen waarvan wel eens wordt gezegd dat ze tegenover elkaar staan. Kunt U zeggen of deze tegenstelling in ons land zeer groot, groot, niet zo groot, of klein is of dat er helemaal geen tegenstelling is?
Verricht U wel eens huishoudelijk werk zoals koken, afwassen, bedden opmaken, de was doen, stofzuigen en dergelijke? Doet U dit vaak, soms, zelden of nooit?
Ik ga U nu enkele problemen opnoemen; problemen die mensen kunnen hebben in verband met huishoudelijk werk. Wilt U voor elk probleem aangeven in hoeverre het voor U een probleem is?
Ik zou graag eerst enkele gegevens van u willen noteren! Deze blijven, evenals uw antwoorden op de andere vragen die ik zal stellen, strikt geheim.Ondervraagde is:
Hoeveel uur werkt U per week? (Enq.: Niet alleen in beroepsverband, ook voor huisvrouwen en studenten).
Bent u werkzaam in overheidsdienst, of ergens anders in loondienst, of als meewerkend gezinslid, of als zelfstandige? Of hebt U geen beroep (huisvrouw, gepensioneerd, student, scholier, werkloos)?
Tot welke van de volgende groepen rekent U zich? Geeft U Uw antwoord maar aan de hand van deze kaart 1. Noemt U de letter maar die ervoor staat.
Heeft U vroeger een beroep uitgeoefend? (Zo ja:) Was dit als laatste in overheidsdienst, of ergens anders in loondienst, of als meewerkend gezinslid of als zelfstandige?
a Wat is / was het soort bedrijf waar U werkt(e)? b. Wat is / was daar Uw funktie? c. Hoeveel mensen werken / werkten daar onder Uw leiding?