Volgt ($A: u $B: hij $C: zij) op dit moment een opleiding of cursus op een school, bij een ander opleidingsinstituut of op ($A: uw $B: zijn $C: haar) werk?
Duurt deze opleiding of cursus 6 maanden of langer. We bedoelen hiermee de tijd die ervoor staat om de opleiding of cursus af te ronden?
Heeft ($A: u $B: hij $C: zij) in de afgelopen 4 weken een opleiding of cursus gevolgd of beëindigd?
Duurde deze opleiding of cursus 6 maanden of langer. We bedoelen hiermee de tijd die ervoor stond om de opleiding of cursus af te ronden?
Heeft ($A: u $B: hij $C: zij) in de afgelopen 4 weken misschien ook nog een opleiding of cursus beëindigd die 6 maanden of langer duurde?
Wat voor soort opleiding of cursus ($1: is $2: was) dit. ($1: Gaat $2: Ging) het om:->
Welke leerweg ($1:volgt $2: volgde) ($A: u $B: hij $C: zij). ($1: Is $2: Was) dat:->
Op welk niveau ($1 volgt $2: volgde) ($A: u $B: hij $C: zij) deze opleiding. ($1: Is $2: Was) dat een opleiding:->
($1: Volgt $2: Volgde) ($A: u $B: hij $C: zij) de beroepsbegeleidende leerweg (BBL), de beroepsopleidende leerweg (BOL) of geen van deze?
Welke opleiding of cursus ($1: volgt $2: volgde) ($A: u $B: hij $C: zij) dan. ($1: Is $2: Was) dit misschien:->
Heeft ($A: u $B: hij $C: zij) het diploma behaald of één of meerdere deelcertificaten?
Heeft ($A: u $B: hij $C: zij) de 3e klas met succes doorlopen, dat wil zeggen ($A: bent u $B: is hij $C: is zij) overgegaan naar de 4e klas?
Heeft ($A: u $B: hij $C: zij) voor deze opleiding ($16: of cursus) het diploma behaald?